Isildur nam de Ene Ring zelf in bezit. Maar bij een gevecht met Orks verloor hij de ring in de rivier de Anduin. Isildur werd gedood en de Ene Ring ging verloren. Na ongeveer 1000 jaar in deze Era kwamen de Tovenaars naar Midden-aarde. Saruman en Gandalf waren daarvan de hoogsten. Ze kwamen uit het Westen om de macht van Sauron te betwisten, wiens schaduw over het Midden-aarde begon te vallen. Zij moesten alle krachten tegen Sauron verenigen, maar zij mochten de Elfen of Mensen niet door geweld of vrees overheersen. Na nog zo’n 1000 jaar stierf de laatste Koning en werd Gondor voortaan geregeerd door een Stadhouder. Het rijk van Arnor was toen allang ten einde.
In het jaar 2941 vond de Hobbit Bilbo Balings de Ene Ring. De Hobbits waren mensachtige wezens, die van de goede dingen des levens hielden. Tot de vondst van Bilbo woonden ze vrijwel onopgemerkt in Midden-aarde. In 2951 vertoonde Sauron zich openlijk in Mordor en begon met de herbouw van het verwoeste Barad-dûr. In 3018 was Gandalf er eindelijk zeker van dat de Ring van Bilbo de Ene was.
Frodo, Bilbo’s erfgenaam, die de Ring nu in zijn bezit had vertrok naar Rivendel. Onder leiding van Elrond werd daar besloten om de Ring te vernietigen. Dat kon alleen door de Ring in het vuur van de Doemberg in Mordor te gooien, waarin hij ook was gesmeed. Er werd een reisgenootschap rond Frodo gevormd van negen personen, waaronder Aragorn, de erfgenaam van de Koningen van Arnor en Gondor. Uiteindelijk slaagde Frodo erin om de Ring te vernietigen, geholpen door zijn vriend Sam. Sauron werd met de vernietiging van de Ring volkomen verslagen.
Aragorn werd tot Koning gekroond van het herenigde Koninkrijk van Arnor en Gondor. Enige tijd later verlieten Elrond, Gandalf, Bilbo en Frodo Midden-aarde vanuit de Grijze Havens en zetten koers naar het Westen. Daarmee kwam een eind aan de verhalen en liederen van de Elfen van weleer.